Lesbische vrouwen zijn overal. Maar zien we ze ook? In de media en op straat? Het antwoord is ja en nee tegelijkertijd.. Het zijn óf de spotlights, óf de duisternis. Een doodgewone kamerlamp behoort niet tot de opties.
Al een aantal jaar staat ‘zichtbaarheid’ op de lesbische agenda, grofweg sinds Marjan Sax in 2003 in de Mosse-lezing opriep tot politieke bewustwording van lesbische vrouwen. Sindsdien protesteerden lesbische grootheden tegen de afwezigheid van lesbische thema’s bij Women Inc, presenteerde Stichting Ondersteboven zich met het thema zichtbaarheid op de Trotse Lesboot tijdens de Gay Parade en zette het lesbische online platform FemFusion een debattenreeks op waarin zichtbaarheid een hoofdthema is.
Maar wat is ‘lesbische zichtbaarheid’ precies en waarom is het zo’n thema geworden in lesboland? Lesbische vrouwen zijn toch overal in de mainstream te vinden? Inge Diepman, Mirella van Markus en Claudia de Breij presenteren serieuze programma’s op tv. De lesbische soap The L Word is een enorme hit. En zong Katy Perry vorige zomer niet hoe ze met een meisje had gezoend – ‘I kissed a girl and I liked it’? Verleidelijke voorbeelden, maar je kunt er wel vragen bij stellen. Namelijk: representeren zij lesbo’s van vlees en bloed? En ook: wie of wat blijft er buiten beeld? Bij nadere inspectie blijkt elk van deze drie voorbeelden symbool te staan voor een van de hete hangijzers in de discussie over lesbische zichtbaarheid.
Hip
Ten eerste kampen we met een gebrek aan rolmodellen. Het blijkt lastig om bekende lesbiennes te vragen voor lesbische media of activiteiten. Janine van Doorn interviewt voor Zij aan Zij succesvolle lesbiennes als Marianne Weber, Joan Armatrading en Andrea Vreede. Maar niet iedereen wil in het lesbische blad. Achter een aantal vrouwen wiens namen ze liever niet noemt, heeft ze soms wel twee jaar aangebeld. ‘Ik krijg nooit definitief nee te horen, maar wel twijfel. Sommige vrouwen twijfelen of het lesbische aspect hun professionaliteit niet ondermijnt. Vrouwen aan het begin van hun carrière zijn bang dat het ze kan schaden. En bij Melissa Etheridge was het haar management dat liever “geen voorrang gaf” aan een lesbisch blad.’
Op The L Word, toch een voorbeeld van ‘subculture meets mainstream’, kwam forse kritiek uit lesbische hoek. De serie is razend populair onder lesbo’s, maar tegelijkertijd is er discussie of de dames uit de serie wel representatieve rolmodellen zijn. Op http://www.afterellen.com, een Noord-Amerikaanse site over lesbische en biseksuele vrouwen in de media, vernoemd naar Ellen Degeneres, vragen vrouwen zich af: ‘Where is my butch rolemodel?’ Bijna alle vrouwen in de serie zijn slank en ‘vrouwelijk’. De enige vrouw die er butchy uitziet, Shane, is weliswaar enorm geliefd, maar lijkt in niks op onze potteuze girl next door.
Katy Perry tot slot is geen lesbo, maar een heteroseksuele vrouw die zingt over haar experiment: ‘I kissed a girl just to try it/I hope my boyfriend won’t mind it’. Het doet denken aan Madonna die in 2003 tijdens de uitreiking van de MTV Awards Britney Spears en Christina Aguilera zoende. Die actie omringde haar met een aureool van hipheid en non-conformiteit, maar haar heteroseksuele identiteit bleef intact. In dezelfde lijn hadden Katja Schuurman en Ellen ten Damme een fling. Lesbisch experimenteren is cool, maar je als lesbisch identificeren is een ander verhaal.

Spagaat
De discussie over lesbische zichtbaarheid verzandt vaak in de vraag of lesbische BN’ers uit de kast moeten komen. Als alle bekende lesbo’s dit zouden doen, groeide elk tienermeisje op met verschillende rolmodellen, zo menen voorstanders. In een discriminerende omgeving is het goed te weten dat je niet alleen op de wereld bent. Sterker nog, je kunt als lesbienne succesvol zijn. Aantrekkelijke en trotse vrouwen die er geen geheim van maken dat ze het met een vrouw doen, betekenen veel voor de twijfelende starter.
Maar zo’n functie kan het rolmodel zelf gaan benauwen. Sara Kroos liet in Zij aan Zij weten dat ze open is over haar biseksualiteit, maar geen ‘openbaar lesbisch bezit’. En Karin Spaink sprak zich uit tegen de ‘coming-out dwang’, die alleen voor de minderheid geldt. ‘Met dat zelf-etiketteren maken we van onszelf, waar we eerst ‘gewone’ mensen waren, onverbiddelijk ‘de ander’ en zetten we onszelf in een uitzonderingspositie.’
Spaink legt de vinger op de zere plek: hetero’s hoeven geen verklaring af te leggen over hun intieme verlangens, homo’s wel. Maar hoe oneerlijk ook, er principieel voor kiezen het dan maar niet te doen helpt ook niet. Als een lesbische vrouw niet uit de kast komt, is ze automatisch hetero voor haar omgeving. Lesbische vrouwen zitten dus in een spagaat. Als ze niks zeggen, zijn ze onzichtbaar. Als ze wel iets zeggen zijn ze zichtbaarder dan hetero’s, omdat ze niet aan de norm voldoen. Het is een keuze tussen spotlights en duisternis: een doodgewone kamerlamp behoort niet tot de opties.
Sorry, sorry
Niet alleen lesbische beroemdheden kampen met dit probleem. Ook de lesbische ‘vrouw van de straat’ moet dagelijks keuzes maken over haar publieke identiteit. En volgens de aanjagers van het zichtbaarheidsdebat kiest zij te vaak de veilige weg. Daarom riepen onder meer Joyce Hamilton, Willemien Ruygrok en Suna Duijf bij Women Inc. vrouwen op om voor hun lesbische identiteit uit te komen en de lesbische identiteit te herwaarderen. Met het uiteindelijke doel om die kamerlamp mogelijk te maken.
Volgens Hamilton gaat het erom dat lesbische vrouwen een vanzelfsprekend onderdeel van de samenleving worden. Op een luchtige, nonchalante manier uitkomen voor je identiteit is hiervoor de beste strategie. ‘Als iemand mij de vraag stelt, heb je een vriend?, dan zeg ik meteen de naam van mijn vriendin of als ik geen vriendin heb “Nee ik heb geen vriend maar ook geen vriendin.” Over het algemeen komt dat heel goed aan en mensen zeggen dan “Sorry, sorry”. De volgende keer zal iemand er even over nadenken voordat hij weer dezelfde vraag stelt.’
Voor Hamilton verwijst zichtbaarheid niet zozeer naar een zichtbaar lesbisch uiterlijk. Marjan Sax gaat het daar wel om. Butches zijn niet zichtbaar genoeg in het publieke domein en lesbische vrouwen proberen steeds meer aan het vrouwelijke schoonheidsideaal te voldoen, stelde ze in november 2008 in haar Riek Stienstra-lezing. Sterker nog: ‘Butch uitziende types worden vaak met de nek aangekeken door andere lesbische vrouwen, die zich generen voor de lesbische uitstraling van butches. Er is sprake van de dominantie van de lipstick lesbian.’
Lesbisch, lesbischer, lesbischt?
De Noord-Amerikaanse onderzoekster Ann Ciasullo signaleert dezelfde trend en legt uit waarom zichtbaarheid van butches belangrijk is voor de acceptatie van lesbische vrouwen in het algemeen. Daarbij maakt zij onderscheid tussen de ‘culturele verbeelding’ en het ‘culturele landschap’.
In de culturele verbeelding zijn butches het best herkenbaar als echte lesbo’s. Hoe stereotiep het ook klinkt: als je je een lesbische vrouw voorstelt, zie je een vrouw met kort haar, een spijkerbroek en stoere schoenen. In het mainstream culturele landschap – films, tv en tijdschriften – zien we zulke vrouwen nauwelijks. Tenzij ze worden bespot, zijn lesbische vrouwen in dit landschap vrijwel altijd wit en jong, hebben lang haar en dragen modieuze, vrouwelijke kleding. Lesbische vrouwen worden zo ‘ongevaarlijk’ mogelijk neergezet. Nu ze de heteronorm al overschrijden, moeten ze verder zo ‘normaal’, dus maatschappelijk acceptabel mogelijk, worden neergezet. De lesbische vrouw die we het beste als lesbisch herkennen, is kennelijk onverdraaglijk, juist omdat ze als ‘het meest lesbisch’ wordt ervaren.
Niet alleen de heteronorm wordt zo in stand gehouden, ook de vrouwelijke schoonheidsnorm. De vrouwen die als lesbisch in de mainstreamcultuur fungeren, zijn aantrekkelijk voor mannen volgens het standaard schoonheidsideaal. Daarmee wordt het signaal gegeven dat een stoerder, ‘mannelijk’ uiterlijk bij vrouwen ‘lelijk’ zou zijn: de aantrekkingskracht en erotiek van de butch heeft geen plaats in de mainstreamcultuur, misschien ook niet in een deel van de lesbische subcultuur.
Buurtbarbecue
Voor potteuze vrouwen speelt zichtbaarheid dagelijks: zij zijn herkenbaar lesbisch. Ze overschrijden met hun uiterlijk en houding de heteronorm en de vrouwelijke schoonheidsnorm en roepen daardoor reacties op. En die reacties zijn niet altijd prettig. Er is de laatste tijd veel aandacht voor antihomoseksueel geweld. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat homomannen in elkaar geslagen worden omdat ze volgens de daders ‘te vrouwelijk’ en te seksueel bedreigend zouden zijn. Geldt dat ook andersom? Vormen pesterijen en geweld ook voor butches een belangrijk probleem? Het lijkt er wel op, hoewel er niet voldoende onderzoek naar is gedaan. Ook daarbij komt de onzichtbaarheid van lesbische vrouwen om de hoek kijken.
In het Amsterdamse onderzoek richtten de onderzoekers zich vrijwel uitsluitend op homoseksuele mannen, omdat zij slachtoffer werden van verbaal geweld, bedreiging, beroving en ander fysiek geweld. De onderzoekers keken niet naar huiselijk geweld en seksueel misbruik. Volgens Judith Schuyf, onderzoeker bij MOVISIE, blijkt uit buitenlands onderzoek dat lesbische vrouwen juist met deze vormen van geweld te maken krijgen. Of lesbo’s in Nederland inderdaad vaak slachtoffer zijn van antihomoseksueel geweld, is dan ook nog steeds de vraag. Het is opvallend dat die vraag in het Amsterdamse onderzoek niet werd gesteld.
Niet alleen is het kwalijk dat butchvrouwen niet als zodanig geaccepteerd kunnen worden. Ook vertelt de ongevaarlijkheid van de ‘vrouwelijke’ lesbische vrouw iets over onze ideeën over vrouwelijke seksualiteit. De volgende anekdote illustreert dat. Julia, met lang blond haar en een voorkeur voor rokjes, is getrouwd met haar vriendin, gewoonlijk een stoer uitziende vrouw, maar voor de trouwdag behoorlijk opgetut. Als ze haar trouwfoto’s op haar werk laat zien, vraagt een collega waar haar man eigenlijk is en wat die vrouw aan haar zijde doet. Kort daarna koopt het stel een huis. Tijdens de verhuizing loopt de ‘stoerdere’ partner in spijkerbroek en sportjas. Op de buurtbarbecue vraagt de buurvrouw vervolgens aan Julia waar haar man toch is, doelend op haar vrouw.
In het eerste geval is de seksuele relatie onvoorstelbaar, in het tweede het vrouw-zijn van Julia’s partner. In beide gevallen wordt vrouwelijke homoseksualiteit niet (h)erkend. Maar betekent dit dat er iets mis is met Julia’s kapsel, of met ons vermogen om in een vrouwelijke vrouw een seksueel autonoom wezen te herkennen?
Kostschoolmeisjesgefrunnik
Het is nou eenmaal nog steeds makkelijker om vrouwen als lustobject dan als ‘lustsubject’ te zien. Dit betekent dat ook lesbische seksualiteit vaak wordt gerepresenteerd als iets onschuldigs, vooral interessant voor heteromannen. Lesbisch googlen levert vaker pornografie op dan informatieve sites voor de doelgroep zelf. Dat heteromannen lesbische seks erotisch vinden, is waarschijnlijk ook de reden dat Katy Perry met homoseksualiteit flirt. Perry’s boodschap is niet alleen homofoob (gelukkig ben ik niet écht lesbisch), maar ook denigrerend (lesbische seks is onschuldig en dus geen echte seks).
Het is dus vechten voor lesbische vrouwen om serieus genomen te worden. En hoe doe je dat? Door een zo stabiel mogelijke, 100 procent lesbische identiteit te claimen. Biseksualiteit is uit den boze, en o wee als je als lesbische vrouw een relatie met een man begint. Dan ben je een verrader, een hasbian (has-been-lesbian).
De objectivering van het vrouwenlichaam zorgt er ook voor dat bi-vrouwen makkelijker geaccepteerd worden: hun verlangen naar vrouwen past binnen het pornoverhaal waarin vrouwen het met elkaar doen voor de mannelijke toeschouwer (of zelfs met hem). Ze kunnen voor hetero doorgaan, terwijl de hipheid van Madonna op hen afstraalt. Maar dit betekent tegelijkertijd dat lesbische relaties van bi-vrouwen alleen een plaats krijgen binnen dat dominante vertoog, en dus als ongevaarlijk en onbelangrijk worden gezien: niet meer dan kostschoolmeisjes-gefrunnik. Hun seksuele verlangen naar vrouwen krijgt een ondergeschikte plaats ten opzichte van hun verlangen naar mannen, en wordt onzichtbaar.
De intolerantie jegens seksuele verlangens die zich niet in de tweedeling hetero-homo laten schuiven, wordt nijpender als blijkt dat het hier om een westerse norm gaat. Professor Gloria Wekker deed onderzoek naar de constructie van gelijkgeslachtelijke seksualiteit onder Afro-Surinaamse vrouwen: het ‘matiwerk’. Seksualiteit wordt daarbij niet als onderdeel van een georiënteerde identiteit beschouwd, maar als activiteit. Het exclusief seksueel omgaan met óf alleen mannen óf alleen vrouwen speelt bovendien geen rol: de meeste mati-vrouwen gaan zowel met vrouwen als met mannen seksuele relaties aan.
Werkkast
Onzichtbaarheid blijkt een handig begrip om te duiden wat er mis is met de situatie van lesbische vrouwen. Het verwijst soms naar onzichtbaarheid van homoseksualiteit ten opzichte van de heteronorm: je bent hetero tot het tegendeel verklaard is. Andere keren betekent onzichtbaarheid het wegmoffelen van zichtbaar lesbische kenmerken van vrouwen op tv, of juist de onmogelijkheid om onder een ‘vrouwelijk’ kapsel een lesbo te herkennen. Soms gaat het om de onzichtbaarheid van lesbische vrouwen in onderzoek of beleid rond ‘homoseksuelen’. Of om de onzichtbaarheid van andere seksuele culturen tegenover de dominante westerse norm.
Hoe zichtbaar lesbische vrouwen zijn, heeft niet alleen te maken met individuele keuzes, maar ook met de manier waarop die keuzes in onze culturele verbeelding worden geïnterpreteerd. Of je nou wel of niet uit de kast komt op je werk, je hebt er niet voor gekozen dat mensen denken dat je hetero bent als je niks zegt. En of je je nou ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ kleedt, je kan er niks aan doen dat mannelijke lesbo’s als bedreigend en vrouwelijke lesbo’s als onschuldig worden gezien. Die normen zijn met collectieve inspanning bij te stellen en daar moeten we ons best voor doen. Daarbij hoort dat iedereen die vecht tegen heteronormativiteit zich niet wijs laat maken dat butches lelijk zijn en femmes geen echte potten. Dat we ons als kritische vrouwen verzetten tegen het beeld dat bi-vrouwen uiteindelijk hetero zijn en dat je alleen van vrouwen kan houden als dat ook je identiteit is. Door op deze manier de gelederen te sluiten, laten we zien hoe ongeloofwaardig die normen zijn.
Geschreven samen met Mariette Hermans
NOTEN
1 Interview in Zij aan Zij, 2004 nr. 2.
2 Lezing ‘Op de Wip’ voor congres op 22 september 2007, georganiseerd door LnBi en COC.
3 Interview in Zij aan Zij, 2007 nr. 4.
4 Lezing ‘Naar de maan en weer terug’ op 21 november 2008, voor het nieuw opgerichte Riek Stienstra Fonds (een fonds voor lesbiennes, biseksuele vrouwen en transgenders wereldwijd).
5 A. Ciasullo, ‘Making her (in)visible: Cultural representations of lesbianism and the lesbian body in the 1990s.’ Feminist Studies, jrg. 27 (2001), nr. 3, p. 577-608.
6 L. Buijs, G. Hekma & J.W. Duyvendak, Als ze maar van me afblijven: Een onderzoek naar antihomoseksueel geweld in Amsterdam (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009).
7 G. Wekker, The Politics of Passion: Women’s sexual culture in the Afro-Surinamese Diaspora (New York: Columbia University Press, 2006).