Sommige mensen denken dat seksuele oriëntatie enkel beschrijft tot wie je je aangetrokken voelt. In werkelijkheid gaat seksuele oriëntatie over alle aspecten in je leven. Van de muziek die je beluistert, tot het type schoenen dat je draagt en de manier waarop je je benen over elkaar slaat: het wordt allemaal bepaald door de diepste kern van je ziel, te weten je seksualiteit. Dat blijkt tenminste uit mijn favoriete scène van de absurdistische film Puccini for Beginners (Maggenti, 2006), waarin zelfs de menukeuze in grote mate afhankelijk is van de sekse van je bedpartners.
De hoofdpersoon is Allegra, een lesbische vrouw wier seksuele identiteit op het spel komt te staan wanneer ze een relatie krijgt met een man. Haar twijfels over haar identiteit komen op bizarre wijze tot uitdrukking in een restaurantscène. Terwijl haar partner een verhaal afsteekt over zijn carrière, dwalen Allegra’s gedachten af. Eén voor één leveren de andere restaurantgasten in haar verbeelding commentaar op haar situatie. Aanvankelijk zijn ze positief. Een ‘hasbian’ van middelbare leeftijd beweert gelukkig te zijn met haar man, ook al heeft ze twintig vrienden verloren. Een trendy geklede jonge vrouw vindt seksuele identiteit ouderwets en zegt dat bi de laatste mode is.
Maar er is een iemand die weigert bevestigend te knikken: een ‘oerlesbische’ butch kijkt Allegra verwijtend aan en beschuldigt haar geen echte lesbo te zijn. ‘A lesbian with a boyfriend is a contradiction. And: you ordered the salad.’ Met een schok komt Allegra tot zichzelf. De ernst van de situatie dringt tot haar door. ‘Is there something wrong with the food?’, vraagt haar vriend. ‘Eh yeah, I ordered a salad. I didn’t want a salad. I want a steak, I want what you have.’ ‘Oh! Order a steak’, reageert hij nog, maar Allegra loopt woedend de zaak uit en schreeuwt: ‘going from salad to steak and back again isn’t as easy as it seems!’
Nog nooit is het me duidelijker geweest: lesbisch-zijn betekent willen wat mannen ook hebben. Maar of dat nou de psychoanalytische fallus is of het vrouwenvlees, daarover kunnen we discussiëren. In ieder geval zal een menukeuze voor mij nooit meer een onschuldige zaak zijn.
[Invulling van de rubriek “favoriet” in het winternummer van LOVER, 2010. Thema: favoriete eetfragment]
Zeker! Voedsel is geen kinderspel!
Maar serieus: je blog deed me aan nog wat anders denken, dat Eve Kosofsky Sedgwick ooit bij een lezing zei “ik werd verliefd op iemand omdat die zei dat die een kat heeft” – zo werkt het! (Bij mij althans… Niet met katten maar wel met bepaalde muziek etc.).
😀 Ik heb haar citaat bij mijn allereerste college over mijn masterscriptie ook gebruikt, waarin ze een hele lange opsomming geeft van alle dingen waarmee je iemands seksualiteit kunt omschrijven. O.a. de voorkeur voor verschillende lichaamszones, frequentie van seks, leeftijd van degene op wie je valt, aantal deelnemers aan de seks, enz. Er zijn zoveel dingen waarin we verschillen qua seksuele voorkeuren, waarom is dan juist het geslacht van je ‘objectkeuze’ zo belangrijk?