Het is waarschijnlijk niemand ontgaan: afgelopen weekend won de Oostenrijkse Conchita Wurst het songfestival. Massaal stemden songfestival kijkers op deze ‘bebaarde dame’ die het liedje ‘Rise like a phoenix’ opvoerde. Conchita droeg een boodschap uit van respect voor mensen die ‘anders’ zijn en kreeg daar een groot deel van Europa in mee. Toch zorgde ze ook voor verwarring, riep zelfs weerstand op. Hoe dan ook maakte zij een groot publiek duidelijk dat niet iedereen ‘man’ of ‘vrouw’ is. Een goede timing, want komende zaterdag is het Internationale Dag tegen Homo- en Transfobie.
Ondanks het grote aantal stemmen dat Conchita kreeg, maakte het songfestival ook duidelijk hoeveel weerstand en aversie er is tegen mensen die niet typisch mannelijk of vrouwelijk zijn. In Wit-Rusland tekenden duizenden mensen een petitie tegen haar deelname en duizenden facebookers schaarden zich achter een Oostenrijkse facebookpagina met dezelfde boodschap. In Rusland werd kijkers aangeraden om tijdens haar optreden de tv even uit te zetten. In Nederland riep Conchita niet zozeer weerstand op als wel verwarring: ‘is het nou een man of een vrouw?’. Ook ik merkte dat ik heel graag wilde weten ‘wat’ ze nou was: een drag queen die voor de lol een performance als vrouw neerzet, of een transgender die zich deels man, deels vrouw voelt? Of misschien wel allebei?
Het verlangen naar duidelijkheid over iemands geslacht zit diep ingebakken. Zie je iemand op straat lopen, dan zie je als eerste: daar loopt een man, of een vrouw. Loop je een kledingwinkel binnen, dan zoek je meteen naar je ‘eigen’ afdeling: herenkleding of dameskleding. Ga je naar de wc, dan zijn er twee verschillende – letterlijk – hokjes. Gender is overal: je bent man óf je bent vrouw. Beide ‘soorten’ zijn meestal duidelijk van elkaar te onderscheiden, en doe je per ongeluk iets wat bij het andere geslacht schijnt te horen, dan word je daar wel op gewezen.
Van mensen die niet binnen die tweedeling passen, krijgen veel mensen dan ook de kriebels. Uit onderzoek van Rutgers blijkt dat 57 procent van de Nederlanders het belangrijk vindt om te weten of iemand man of vrouw is. Eén op de vijf Nederlanders wil zelfs niet met iemand omgaan als dit niet duidelijk is. Maar ook als je niet ‘tegen’ mensen buiten die hokjes bent, is het vaak moeilijk te bevatten: hoe moet ik de ander plaatsen? Hoe moet ik diegene aanspreken, als man of als vrouw?
Als mensen zoals Conchita Wurst een uitzondering zouden zijn, was dit niet zo’n probleem. Maar er zijn allerlei mensen die niet helemaal in de genderhokjes passen. Er zijn ‘mannelijke vrouwen’ en ‘vrouwelijke mannen’, die in kleding of gedrag niet aan gendernormen voldoen. Vaak wordt dat door de buitenwereld meteen gekoppeld aan homoseksualiteit: ‘meisjesachtige’ jongens worden bijvoorbeeld uitgescholden met ‘homo’.

Ten tweede zijn er mensen die qua lichaamskenmerken anders zijn: zij hebben een intersekse conditie. Zo is er in Engeland een jonge vrouw die als vrouw is geboren en van nature gezichtsbeharing heeft. Lang maakte dit haar heel onzeker, maar uiteindelijk besloot ze zich niet meer te schamen en een volle baard te laten groeien.
Tot slot zijn er mensen die zich qua genderidentiteit – hoe ze zich diep van binnen voelen – niet in een hokje kunnen plaatsen. Zij voelen zich bijvoorbeeld man en vrouw tegelijk, geen van beiden, iets ertussenin of fluïde. Voor deze groep transgenders is nog maar weinig aandacht; de transgenders op tv gaan meestal van ‘hij’ naar ‘zij’ of andersom. Toch komen tussenvormenveel vaker voor dan je zou denken. Bijna de helft van de transgenders die meededen aan ons laatste transgenderonderzoek, voelde zich bijvoorbeeld iets anders dan man of vrouw. De meesten zouden hun genderidentiteit graag uiten in het dagelijks leven, maar doen dat niet of maar ten dele. Niet zo gek, met al die weerstand en verwarring.
Toch won Conchita Wurst, ondanks (of dankzij?) haar expressie het Eurovisie songfestival. Conchita is zelf niet transgender, maar wie denkt dat haar uiterlijk een gimmick is heeft het mis. Conchita Wurst is bloedserieus en heeft een boodschap, die doorklinkt in de tekst van haar lied: ‘Hoe je er ook uit wilt zien, je zou hier niet om gediscrimineerd mogen worden.’ De vele stemmen die ze kreeg worden dan ook gezien als steun voor het idee dat mensen die ‘anders’ zijn respect verdienen.
Aanstaande zaterdag is het IDAHOT: the International Day Against Homo and Transphobia. Laten we die dag, maar ook erna, Conchita’s boodschap in ere houden en ook in het dagelijks leven respect uitstralen voor al die mensen die niet in een hokje passen.
PS: Misschien vind je het na deze blog niet meer zo belangrijk om te weten in welk hokje Conchita nou precies past. Vraag je het je stiekem nog steeds af? In dit filmpje legt ze het in haar eigen woorden uit.
Blog voor Rutgers, 13 mei 2014