Zij zijn geen foutje van de natuur, zij zíjn de natuur

In Love me Gender zagen we vijf transgender personen ‘worstelen’ met de liefde. Maar hun worsteling is niet het werkelijke probleem, zo schreef ik op 15 oktober in de Volkskrant. De verwarring die transpersonen oproepen heeft niets met hen zelf te maken, maar alles met onze ideeën over mannen en vrouwen die niet kloppen.

34f7b7f2-f1ac-48da-b4db-a8dd258922be
Foto: Aurélie Geurts, De Volkskrant

De dag dat ik haar ontmoette, zág ik haar: het meisje op wie ik langzaam aan verliefd zou worden. Het meisje met de strakke paarse broek, de haarband met de roze stippen en het T-shirt met ‘I was kidnapped by lesbian pirates from outer space’. Ja, die eerste dag zag ik haar nog. Maar daarna was het ineens heel moeilijk om haar nog te zien. Niet omdat ze op anderhalf uur reizen woonde en ook niet omdat we het druk hadden met onze studies. Nee, ik kon haar niet meer goed zien omdat er steeds een ander beeld vóór haar schoof. Het beeld van een vrouw die onder haar kleren geen vrouw was, maar een man.

Het EO-programma Love me Gender volgde de afgelopen weken vijf jonge transgender personen op zoek naar liefde. We zagen ze ‘worstelen’ – zo heet dat in realityprogramma’s – met vooroordelen, afwijzing en een gebrek aan zelfvertrouwen. Maar de ‘worsteling’ van de andere kant kwam nauwelijks in beeld: de worsteling van de jongens en meisjes die zich aangetrokken voelen tot een transjongen, een transmeisje of een hokjesloze transpersoon. Toch is juist hún worsteling het werkelijke probleem.

Jongensvermomming

Zelf worstel ik al jaren niet meer. Ik ben gelukkig getrouwd met het meisje dat ik acht jaar geleden leerde kennen, toen de bakker haar al ‘mevrouw’ noemde in plaats van ‘meneer’. Ik weet niet meer beter dan dat er in onze kast een fotoalbum staat vol foto’s van mijn lief in haar vroegere jongensvermomming. En ik kijk ook niet meer gek op als mijn schoonvader per ongeluk ‘hij’ zegt als het over mijn vrouw gaat – hij doet echt zijn best.  Mijn lief is transgender en daar ben ik nu vertrouwd mee. Maar dat heeft wel even geduurd.

Ik leerde haar kennen op Roze Zaterdag, een jaarlijks festival voor homo’s, lesbo’s en bi’s. Allebei schreven we voor het blaadje van een homojongerenclub, en nu zagen we elkaar voor het eerst. We liepen samen mee in de protestmars, struinden rond op de informatiemarkt, luisterden naar bandjes en aten een ijsje. Toen ging zij naar huis. En stortte ik me gretig op een wederzijdse vriendin om alle mogelijke informatie te ontfutselen over het meisje dat ik zojuist had ontmoet. Want ik vond haar leuk, bekende ik die vriendin, maar waarom was ze zo verlegen? Waarom had ze zo’n zachte, hoge stem? Ik moest zo aan haar wennen, zei ik nietsvermoedend, waarop deze vriendin de memorabele woorden sprak: “Ja, dat snap ik wel. Het is toch een gek idee dat er nog een mannenlichaam onder zit.”

241e7f48-6ad7-41e7-918e-04232d4d41ee
Sophie (rechts) en ik. In haar glas zit appelsap 😉

Vanaf dat moment lukte het dus niet meer. Ik zág haar niet meer. Ik kon niet meer onbevangen naar dit meisje kijken, want er schoof steeds een ander beeld voor. Iets met binnen en buiten, onder en boven. Een mannelijke schil, een vrouwelijke kern, of was het juist andersom? Een vrouwelijke buitenkant van kleding en make-up, die je open kon ritsen en waar dan een man uit zou stappen: tadaaa, hier ben ik! Zo’n man uit de Heineken-reclame: baard, borstelige wenkbrauwen, zweet, bier. Het sloeg natuurlijk nergens op. Mijn lief is een introverte niet-drinker, haar wenkbrauwen zijn een stuk verzorgder dan die van mij en ook in haar vroegere jongensvermomming lukte het haar nauwelijks om een baardje te laten staan. Toch kon ik het beeld maar niet van mijn netvlies bannen.

Het is zoveel makkelijker om transmensen in het hokje ‘freak’ te stoppen dan om je wereldbeeld een update te geven.

Instinctief voelde ik wel dat dat niet klopte. Ik had echt een vrouw ontmoet, een meisje, iemand zoals ik. Een meisje dat ik léuk vond, met wie ik onbekommerd wilde daten. Ik wist niet wat ik aan moest met al die gedachten die door mijn hoofd vlogen, gedachten die mijn aandacht van haar afleidden. Gedachten als: ‘Maar er zit dus iets in haar broek!’ ‘Niet naar haar kruis kijken, niet naar haar kruis kijken!’ en ‘Straks zie ik allemaal mannelijke trekjes die me eerder niet waren opgevallen!’ Ik probeerde het beeld uit alle macht terug in z’n hok te duwen. Hoe harder ik duwde, hoe hardnekkiger het tussen ons in ging staan.

Bedriegers

Het is lange tijd het gangbare beeld van transgender vrouwen geweest, en stiekem is het dat nog steeds: onechte vrouwen. Erger nog: ‘eigenlijk toch gewoon mannen’. Mannen die zo nodig willen geloven dat ze een vrouw zijn, maar het nooit zullen worden. Het beeld van transvrouwen als bedriegers.

Ik weet nu waar dat beeld in mijn hoofd vandaan kwam. Het kleine beetje dat ik over transgenders wist, had ik opgestoken uit weinig flatteuze films en misleidende krantenkoppen. Films als “The Crying Game”, waarvan het plot volledig steunt op de zogenaamd weerzinwekkende ontdekking dat de vrouwelijke hoofdpersoon een penis heeft en de mannelijke hoofdpersoon er ‘dus’ in heeft geluisd. Krantenkoppen als “Jeroen wil graag een meisje zijn”, alsof deze Jeroen op een bepaald niveau niet altijd al een meisje was. Niet zo gek dus, die angst dat dit leuke meisje niet was wie ze leek.

En ik was lang niet zo lomp als die terrasjesbezoekers die in Love me Gender ongegeneerd vertellen dat ze niet met een transvrouw willen daten omdat zij in hun ogen ‘altijd een man zal blijven’. Of zo hypocriet als die heteromannen die graag een keer met een transvrouw naar bed gaan, maar niet met haar over straat willen lopen. (Durven ze dat wel, dan krijgen ze ook wel veel haat over zich heen, schrijft Janet Mock.) Het is zoveel makkelijker om transmensen in het hokje ‘freak’ te stoppen dan om je wereldbeeld een update te geven. Maar lui is het wel.

De drie transmeiden en twee transjongens in Love me Gender kunnen het zich niet veroorloven om achterover te leunen. Ze werken zich te pletter om aan een geliefde te komen. Ze keren hun psyche binnenstebuiten, oefenen openingszinnen op willekeurige voorbijgangers en doen bij elke date opnieuw hun transverhaal uit de doeken. Maar zijn het wel de transmensen zelf die moeten veranderen? Is het niet logischer als wij, de rest, ons best doen om anders over mannelijkheid en vrouwelijkheid te denken?

Transvrouwen zijn dus – verrassing! – vrouwen.

De verwarring die transpersonen oproepen heeft niets met hen zelf te maken, maar alles met onze ideeën over mannen en vrouwen die niet kloppen. We denken nog steeds dat je het geslacht van een baby voor de geboorte al kan vaststellen. En tja, meestal is dat ook zo: baby’s met een piemel groeien doorgaans uit tot mannen, baby’s met een spleetje worden meestal vrouwen. Voor het gemak vergeten we maar al te vaak dat dit geen natuurwet is. Dat er een aanzienlijke groep bestaat van mannen die met een vagina ter wereld kwamen en van vrouwen bij wie op babyfoto’s een plassertje te zien is. Zij zijn geen foutje van de natuur, zij zíjn de natuur. Geslachtsidentiteit zit niet tussen je benen, maar is een identiteitskwestie. De enige die kan bepalen of jij een man of een vrouw bent, ben je zelf.

Goed gelukt

df3507dd-66a5-4a8e-b4d2-ff23215fb631
Sophie (rechts) en ik

Vrouw-zijn is bovendien niet iets waar je voor kunt slagen of zakken. “Je bent goed gelukt”, hoort mijn vrouw regelmatig, maar dat ze op vrouwen valt moet ze uitleggen: echte vrouwen zijn toch hetero? Maar dat is het nu juist: gender en seksualiteit zijn niet in vaste combinaties aan elkaar gekoppeld. Zoals elke vrouw op vrouwen kan vallen, kan een transvrouw dat ook. Alsof je je vrouwendiploma maar beter in kunt leveren als je graag met andere vrouwen vrijt. Alsof niet alles wat vrouwen doen, per definitie vrouwelijk is.

Transvrouwen zijn dus – verrassing! – vrouwen. Vrouwen, weliswaar, die niet zo makkelijk een jurkje in de uitverkoop scoren en wel bij dat theekopje kunnen dat voor mij net buiten bereik op tafel staat. Vrouwen die soms jarenlang niet durven zwemmen omdat ze hun ‘ding’ niet altijd makkelijk kunnen wegstoppen. Vrouwen die vaak een pestverleden hebben, omdat ze niet in het jongenskeurslijf pasten. Of vrouwen die zo lang probeerden een ‘echte vent’ te zijn dat ze hun emoties niet meer durven tonen. Vrouwen, niettemin.

Alsof niet alles wat vrouwen doen, per definitie vrouwelijk is.

Vóelt het ook zo? Voelt zo’n vrouw ook als een vrouw tussen de lakens? Zodra ik me enigszins openhartig uitlaat over mijn relatie, wil iedereen weten wat wij uitspoken in bed en hoe dat voelt. Alsof ik dat zomaar aan de kapper of de fysiotherapeut wil vertellen. Maar ja, seks is net één van die terreinen waar geslacht ineens heel concreet wordt. Met een V-model tussen je benen kun je andere dingen in bed dan als je de P-uitvoering hebt. En vormen, rondingen en geuren winden je op of stoten je juist af. Dus als mensen mij vragen hoe wij seks hebben en of ik wel echt lesbisch ben, willen ze weten: hoever reikt die vrouwelijkheid van je lieftallige echtgenote nou eigenlijk? Is die puur theoretisch, of kun je er ook wat mee?

En inderdaad: hoe graag je de ander ook wil erkennen in haar identiteit, je hebt ook nog je eigen waarneming. Maar die waarneming is niet objectief. Ik begon mijn lief pas op mannelijke trekjes te onderzoeken toen ik van haar verleden af wist. En pas vanaf dat moment was ik bang voor die behaarde man met de bierbuik die ik onder haar kleren vermoedde. Vóórdat ik ‘het’ wist, zag ik gewoon een mooi meisje met lange benen en een originele kledingsmaak. Het is precies de reden waarom zoveel transmensen ‘het’ liever niet op hun eerste date vertellen. Als mensen niet weten dat je trans bent, zijn ze – helaas – beter in staat je te zien zoals je bent.

Onbelemmerdheid

Zo was het ook voor mij, en na die eerste dag vreesde ik die onbelemmerdheid voor altijd kwijt te zijn. Dat viel gelukkig mee. Want mijn angst voor de man onder haar kleren was niks meer dan dat: angst. Als je bang bent voor honden, helpt het om de hond van je buurvrouw gewoon eens te aaien in plaats van uit de weg te gaan. En als je bang bent dat het meisje op wie je verliefd bent van binnen eigenlijk ‘nog een man’ is, helpt het om haar wat beter te leren kennen.

Er was geen maskerade, er was geen net alsof. Mijn lief is een vrouw uit één stuk.

Meer dan een jaar lang dronken we thee, keken we naar lesbische series, gingen we uit dansen op homofeestjes en bespraken we wat ons bezighield. Tot ik haar durfde te versieren en ontdekte dat zich onder haar kleren niemand anders schuilhield dan zijzelf. De man uit de bierreclame kwam nooit tevoorschijn, want hij bestaat niet. Er was geen maskerade, er was geen net alsof. Mijn lief is een vrouw uit één stuk. Ik kan haar weer zien, en we hebben het goed.

Transvrouwen zijn vrouwen en transmannen zijn mannen, zo simpel is het. En de stereotype beelden die het zicht op deze simpele waarheid vertroebelen, verdwijnen vanzelf als je bereid bent ze aan de realiteit te toetsen. Wat zou het fijn zijn als iedereen die moeite even neemt. Dan weet ik zeker dat de jongens en meiden van Love me Gender binnen de kortste keren een leuke date aan de haak slaan.

Kijk verder

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s